NAAM:=frob
NAAM=nic
NAAM+=ator
-NAAM?=frobbel
+NAAM?=frobbel # Shell variabelen
L=variabele met 1 letter
all: $(NAAM)
\frametitle{Functies}
\begin{block}{String functies}
\begin{lstlisting}
+$(filter pattern,text)
+$(filter-out pattern,text)
+$(subst search,replace,text)
+$(words text)
+$(word n,text))
+$(findstring string,text)
\end{lstlisting}
\end{block}
- \begin{block}{Andere functies}
+ \begin{block}{Pad functies}
\begin{lstlisting}
$(wildcard *.tex)
+$(dir text)
+$(suffix text)
+$(addsuffix suffix,lijst)
+$(addprefix suffix,lijst)
+$(basename text)
+ \end{lstlisting}
+ \end{block}
+
+ \begin{block}{Andere functies}
+ \begin{lstlisting}
$(shell date)
- $(
+$(if if,then,else)
+$(error text)
+$(foreach ident,lijst)
\end{lstlisting}
\end{block}
\end{frame}
\begin{frame}
\frametitle{Waarom zou ik make gebruiken en niet\ldots}
+ \begin{itemize}
+ \item Right tool for the job
+ \item Platform onafhankelijkheid
+ \pause\item Platform onafhankelijkheid
+ \item Alternatieven: \textsc{cmake}, \textsc{ninja}\ldots
+ \end{itemize}
\end{frame}
\begin{frame}
\begin{frame}
\frametitle{En nu verder\ldots}
\begin{itemize}
+ \item Werken met \texttt{ar}-chives
+ \item Macro's
+ \item Zelf functies maken
\item Preprocessing met \textsc{m4}
\item \textsc{autoconf}
\item \textsc{autogen}