\subsection{Beschrijving en vergelijking met \textit{While}}
\textit{Piet} en \textit{While} zijn beide imperatieve talen maar zijn toch erg
-verschilled als het gaat om variabelenopslag en instructies. \textit{Piet}
+verschillend als het gaat om variabelenopslag en instructies. \textit{Piet}
slaat zijn variabelen op in een stack waar \textit{While} dit niet doet. In een
-staat in \textit{While} kan iedere gedeclareerde variabele opgevraagd worden,
-omdat \textit{Piet} de variabelen in een stack opslaat kan er alleen maar de
-bovenste waarde opgevraagd worden.\\
+toestand in \textit{While} kan iedere gedeclareerde variabele opgevraagd
+worden. Omdat \textit{Piet} de variabelen in een stack opslaat kan er alleen
+maar de bovenste waarde opgevraagd worden.\\
In \textit{Piet} is een stack een geordende rij van gehele getallen. De stack
-gedraagd zich volgens het LIFO(Last in First Out) principe werkt wat inhoudt
-dat er slechts \'e\'en element per keer kan worden opgevraagd en dat dat alleen
-het eerste element kan zijn.\\
+gedraagt zich volgens het LIFO(Last in First Out) principe wat inhoudt dat er
+slechts \'e\'en element per keer kan worden opgevraagd en dat dat alleen het
+laatst toegevoegde element kan zijn.\\
Instructies worden gegeven door het binnengaan van een nieuwe codel
\footnote{Een codel is een blok $n\times n$ pixels waarbij $n\in\mathbb{N}$,
een argument aan de compiler bepaalt de waarde van $n$. De standaard waarde is
-$1$} als de kleur van de nieuwe codel wit of hetzelfde is als de codel die
-verlaten word zal er niks gebeuren, is de codel zwart dan wordt er een nieuwe
+$1$} Als de kleur van de nieuwe codel wit of hetzelfde is als de codel die
+verlaten wordt zal er niks gebeuren, is de codel zwart dan wordt er een nieuwe
richting gekozen door de interpreter. Alle andere kleuren beschrijven een
-overgang die te beschrijven is in twee parameter; tint en intensiteit. Beide
-parameters zijn cyclisch, wat betekent dat de opvolger van de grootste
-waarde de kleinste waarde is. Iedere mogelijke overgang beschrijft een
-instructie voor de interpreter. Deze overgangen zijn beschreven in tabel
+overgang die te beschrijven is in twee parameters; tint en intensiteit. Beide
+parameters zijn cyclisch, wat betekent dat de opvolger van de grootste waarde
+de kleinste waarde is. Iedere mogelijke overgang beschrijft een instructie voor
+de interpreter. Deze overgangen zijn beschreven in tabel
\ref{tab:in1}.
-\begin{table}[h!]
+\begin{table}[H]
\caption{Beide overgangcykels}
\label{tab:in1}
\centering
\end{itemize}
\end{table}
-De instructies die de overgangen uitdrukken staan beschreven in de onderstaande
-tabel \ref{tab:in2}.
-\begin{table}[h!]
+De instructies die de overgangen uitdrukken staan beschreven in de tabel
+\ref{tab:in2}.
+\begin{table}[H]
\caption{Commando's}
\label{tab:in2}
\centering